De kopieermachine is, zou je denken, een apparaat dat een origineel vermenigvuldigt. De kopie is misschien wat minder scherp dan het origineel. Maar maakt een machine ook overschrijffouten?

 

Teksten zijn vloeibaar. Niet voor niets heet een invloedrijk boek in de editiewetenschap (van John Bryant) The Fluid Text. Kopiisten die teksten overschrijven introduceren fouten. Auteurs creëren teksten in verschillende versies, auteurs bewerken hun teksten bij herdruk, teksten worden aangepast aan de plaats van publicatie. Teksten worden bewerkt voor gebruik op het toneel, in de film of als kinderboek.

Die ‘instabiliteit van de tekst’ is een begrip dat vaak terugkeert in beschouwingen over het editeren. Bij een denker als Jerome McGann leidt dat tot de opvatting dat teksten ‘niet identiek aan zichzelf’ zouden zijn. In Rethinking Textuality (later opgenomen in Radiant Textuality. Literature after the World Wide Web) doet McGann verslag van zijn experimenten met een scanner en OCR software, waar bij herhaalde analyses steeds een iets andere tekst resulteert. Daaruit trekt hij de conclusie: ‘we now possessed a powerful physical argument for a key principle of “textual deformance” and its founding premise: that no text is self-identical. Whatever the physical “causes” of the variant readings, and however severely one sought to maintain the integrity of the physical operation, it appeared that variance would remain a possibility.’

In een polemisch artikel (Hot-Air Textuality: Literature after Jerome McGann) bestrijdt David Hoover de claims van McGann. Uit vergelijkbare experimenten trekt hij tegengestelde conclusies: ja, er treedt enige tekstuele variatie op, maar het is maar weinig en heeft vooral betrekking op ondergeschikte elementen van de tekst, zoals interpunctie: ‘But the experiment is also evidence that from a practical point of view it is reasonable and judicious to assume that the text is self-identical, at least to a very close approximation.’

 


Het origineel en de copie. Het eerste en het derde getal in de tweede kolom zijn incorrect.

Maar de kopieerapparaten/scanners van de firma Xerox geven nu onverwachte ondersteuning aan het standpunt van McGann. Zoals David Kriesel uitvond, veranderen de apparaten getallen in de gekopieerde documenten. Hoe ongelofelijk het ook klinkt, de kopieermachine verschuift bepaalde cijfers in de afbeelding naar de positie van andere cijfers. Zie de afbeeldingen hierboven. Verantwoordelijk is een compressiealgoritme, een programma dat electronische bestanden kleiner maakt, maar bij afdrukken van het bestand kennelijk het origineel niet correct weet te herstellen. Dat is natuurlijk nogal zorgwekkend: het kan leiden tot foute bouwtekeningen, verkeerde instructies voor het nemen van medicijnen, en rekeningen met onjuiste bedragen en rekeningnummers. Inmiddels hebben zich veel gebruikers gemeld die het probleem reproduceren op apparaten van verschillende types. Xerox erkent het probleem en werkt aan een update.

Conclusie: kopieerapparaten zijn net zo feilbaar als kopiisten. De facsimile-editie is minder betrouwbaar dan je zou denken.

 

Peter Boot

 

Geplaatst in Achtergrond, weblog digital humanities

2 reacties op “De kopieermachine en de kopiist”

  1. […] De kopieermachine is, zou je denken, een apparaat dat een origineel vermenigvuldigt. De kopie is misschien wat minder scherp dan het origineel. Maar maakt een machine ook overschrijffouten? lees verder op textualscholarship.nl […]

  2. Rombert Stapel says:

    Ik was aan het werk met scans van Google Books met census gegevens van India uit 1901, maar daar bestaat hetzelfde probleem. En tenzij Google deze werken opnieuw gaat scannen met updates van Xerox (of andere scanners?) zal dit nog wel tot in lengte van dagen zo worden weergegeven.