Temidden van het biografische geweld van de boekenweek zijn er ook berichtjes die niet over het leven van uw dode dichter of dichteres gaan. En: Arnon Grunberg heeft weer een primeur!

Zondagavond zond Brandpunt de reportage uit waarin Joop Schafthuizen met zichtbaar genoegen vertelde dat hij de nalatenschap van Gerard Reve liever onder liefhebbers verdeelt (lees: veilt) dan dat de spullen terechtkomen ‘in stoffige archieven van een of ander museum’.

Daar denkt Arnon Grunberg gelukkig anders over, want hij droeg zijn archief over aan de Afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Volgens het bericht op De Papieren Man heeft de schrijver daarmee een primeur: zijn archief is het eerste ‘levende literaire archief binnen de Bijzondere Collecties’.

En nog één: ‘Dat Grunberg zijn archief onderbrengt in de Universiteit van Amsterdam, en niet pakweg in het Letterenhuis [sic!] in Den Haag, past in een Angelsaksische trend. Gerenommeerde Amerikaanse en Britse universiteiten zijn daar in een felle concurrentiestrijd verwikkeld om de archieven te verwerven van – dode en levende – auteurs van belang.’

Zou die trend misschien ook iets met stoffigheid te maken hebben? Misschien komt Schafthuizen dan nog wel op zijn beslissing terug…

Comments are closed.