Maart 2013: Bij de opening van het Boekenbal noemde Kees van Kooten Willem Elsschot ‘de grootmeester van de puntkomma’. In heel Het Dwaallicht komt volgens hem slechts één puntkomma voor.

Ik was zelf niet op het Boekenbal, maar heb inmiddels het filmpje gezien op de NRC-Boekensite, waarin Van Kooten nogmaals vertelt hoe hij tot zijn ontdekking is gekomen (bij de tiende lezing van het boek) en de leden van het Willem Elsschot-Genootschap oproept om zijn bevinding te controleren: ‘Men is het allemaal aan het nalezen of het klopt.’

Een modern Dwaallicht

Een meesterlijke grap, als je het mij vraagt. En wel hierom:  het verhaal waar die ene puntkomma in voorkomt, Het Dwaallicht, gaat niet voor niets – en Van Kooten vertelt dat er in het filmpje ook expliciet bij – over de vergeefse zoektocht van drie Afghaanse matrozen naar de zakkennaaister Maria Van Dam. Onder ‘leiding’ van Frans Laarmans dwalen ze door nachtelijk Antwerpen, ‘en ze delen hun opvattingen over godsdienst, religie, wat goed is, wat slecht is enzovoort enzovoort’.

‘Kees van Kooten zet Willem Elsschot Genootschap aan het werk’, schrijft de NRC onder de kop ‘Naarstig op zoek naar die ene puntkomma’. Een modern Dwaallicht is geboren, ik zie de drie kopstukken uit het WEG-Bestuur meteen voor me: Voorzitter, Secretaris en Biograaf alias – de keuze is willekeurig – Robbie Kerkhof, Wethouder Hekking en dr. E.I. Kipping in het kielzog van Van Kooten alias De Vieze Man: puntkommageilheid als stut voor deze tekstuele klopjacht, om Elsschot te variëren.

Elsschot2

VPRO’s Literaire Boekenquiz

Opmerkelijk is ook dat Van Kooten in het filmpje toegeeft dat hij met zijn oproep het antwoord al verraadt op de laatste vraag van zijn eigen ‘De grote VPRO Gids Literaire Boekenquiz 2013’, die eerder die week is uitgekomen. Vraag 30 luidt:

‘Ziezo. Als ik het wel heb, heeft u uw antwoorden met deduceren, combineren en delibereren verkregen, waarbij u wellicht een enkele naam gegoogeld hebt, maar al snel moest constateren dat de digitale speurtocht niets opleverde. Nee, de genoemde boeken zélf dienden geraadpleegd. Ter beloning voor uw ouderwets papieren zoektocht is hier tot slot een vraag die u uitsluitend kunt beantwoorden door het betreffende boek ter hand te nemen en nauwkeurig door te lezen. Dat is heel wel te doen, want het zijn amper honderd bladzijden. De auteur hiervan werd door literaire meesters als Karel van het Reve, Simon Carmiggelt, Gerrit Komrij en Martinus Nijhoff als de grootste Nederlandse schrijver van de twintigste eeuw beschouwd: Willem Elsschot met zijn novelle Het dwaallicht. De vraag luidt: hoeveel punten komma (puntkomma’s) komen er in Het dwaallicht voor?
0  1
0  68
0  124’

De lezers van de VPRO-gids kunnen het antwoord dus alsnog googelend vinden, maar de arme leden van het Elsschot-genootschap zitten vermoedelijk nog steeds te bladeren waar die ene puntkomma dan wel precies staat. Dat kan nog wel even gaan duren. Het antwoord dat Van Kooten zogenaamd ‘verraadt’ is namelijk onjuist.

Ouderwets papieren zoektocht

Of beter gezegd: het antwoord op de vraag ‘hoeveel’ of ‘waar’ hangt af van de uitgave of editie die je van ‘het betreffende boek’ ter hand neemt. Als de leden van het genootschap gebruik maken van het oude, door Elsschot zelf nog samengestelde Verzameld Werk uit 1957, dan vinden ze niets. Hebben ze één van de talloze latere, steeds corrupter wordende herdrukken van het VW, dan is de kans aanwezig dat ze er (veel) meer dan één vinden (ik heb het niet gecontroleerd, 68 lijkt me evenwel uitgesloten), maar die zijn geheid niet van Elsschot.

Het genootschap kent vele verzamelaars, dus na deze vergeefse zoektocht zal er ongetwijfeld iemand zijn die naar zijn exemplaar van de eerste druk van Het Dwaallicht (1947) grijpt. En jawel: twee puntkomma’s! En wie zelfs teruggaat naar de voorpublicatie van het verhaal in het Nieuw Vlaamsch Tijdschrift (1946) vindt er maar liefst vier.

We vinden in de door Elsschot geautoriseerde bronnen dus drie mogelijke antwoorden op vraag 30 van de Literaire Boekenquiz: 0, 2 of 4 puntkomma’s. Met de laatste twee antwoorden wordt Elsschots meesterschap tot tweemaal toe gehalveerd. Hoe zit dat nu?

Meesterschap of meesterlijk grap?

Goed nieuws voor Van Kooten en andere Elsschotliefhebbers: de puntkomma’s in het Nieuw Vlaamsch Tijdschrift en in de eerste druk zijn niet van Elsschot. Bij de tijdschriftpublicatie zorgde Hubert Lampo als bemoeizuchtige redacteur voor een flink aantal ‘taalkundige’ correcties in de tekst, die Elsschot voor een groot deel ongedaan maakte toen hij de drukproef kreeg. De puntkomma’s zag hij evenwel over het hoofd. Bij de correctie van de eerste druk kwam hij er twee alsnog op het spoor:

Elsschot3

Elsschot4

Twee andere puntkomma’s bleven ten onrechte staan, zo’n goeie corrector was Elsschot nou ook weer niet. Dat hij zelf wel degelijk een puntkommaloos Dwaallicht had geschreven, bewijst zijn eigen typoscript (met exuses voor de matige scans):

Typo_p7

Typo_p9

In de editie van Het Dwaallicht (2004) in het Volledig Werk is Elsschots eigen tekst vanzelfsprekend in ere hersteld, zo ook in het ervan afgeleide Verzameld Werk uit 2005, geïllustreerd door Peter van Hugten, of in het daar weer van afgeleide boekje-met-stadswandeling uit 2010: geen puntkomma te vinden.

Het juiste antwoord is dus of zou moeten zijn: o (nul). Kees van Kooten heeft die ene puntkomma verzonnen en er een geslaagde grap mee uitgehaald. Mocht ik er naast zitten, dan geloof ik het pas als ik zijn exemplaar van Het Dwaallicht te zien krijg. In ruil voor de goede editie.

Peter de Bruijn, Huygens ING

 

P.S. Voor wie nog niet is uitgeteld: in De Standaard van 15 maart j.l. doet Van Kooten uitgebreider verslag van zijn onderzoek naar de puntkomma bij Elsschot:

‘Het toeval wil dat ik net het oeuvre van Elsschot, ook een schrijver-marketeer, heb herlezen en daarin iets unieks heb ontdekt, namelijk dat Elsschot de grootmeester van de puntkomma is. Zo staat in De verlossing niet één puntkomma, in Villa des Roses staan er vijf en in Tsjip moet je wachten tot de voorlaatste alinea om er een te vinden. Ik heb achterhaald dat Elsschot de puntkomma, dat in se een zwaktebod is, net meesterlijk inzet op momenten dat het hem zelf emotioneel te veel wordt en hij die snik dus ook bij het publiek wil bewerkstelligen. Elsschots discipline is totaal: er staat nergens een woord of een leesteken te veel. U begrijpt dat ik nu dus ook mijn gebruik van leestekens ben gaan matigen.’

Een reactie op “Een puntkomma bij Elsschot?”

  1. […] Lees verder op textualscholarship.nl […]