Op verzoek van het Platform Teksteditie baande Fabian Stolk zich een weg door de ‘geheel vernieuwde website’ van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren: ‘Het is nog wel even wennen met de nieuwe mogelijkheden.’

De DBNL viert dit jaar zijn 11e verjaardag en is weer wat volwassener geworden!

Eindelijk, laat ik dat erbij zeggen. Lang heeft me dat truttig bruingevlekte uiterlijk van de DBNL gestoord, de hoekige opmaak, de rommelige navigatie en de onbeholpen prints die het ding genereerde, met noten die steevast aan flarden gingen, als ze al op het papier terechtkwamen.

En zie, de nationale gedichtendag was nog niet ten einde of daar kwam het persbericht over de vernieuwing. Ik was blij verrast. Verrast doordat ik doorgaans in geen wandelgangen verkeer waar geruchten op te vangen waren over een voorgenomen en/of aanstaande renovatie. Vooral blij, want – anders dan J.C. Bloem met zijn 34e aforisme zou kunnen brommen – deze verandering is wel degelijk een verbetering. De DBNL ziet er veel beter uit en de navigatie is veel prettiger, soepeler. En als de redactie zegt dat de printfaciliteit verbeterd is, geloof ik dat zonder er een boom voor te offeren.

Vooral de doorzoekbaarheid van gehele teksten lijkt me een grote sprong voorwaarts (misschien komt dat, eerlijk gezegd, ook doordat de eerste versie van de DBNL in dat opzicht een beetje een achterlijk wicht was). Helemaal jofel loopt het overigens nog niet. Ik zocht, hobby, in het eerste deel van Uylderts biografie van Albert Verwey naar ‘Demeter’. Het resultaat is dit:

Om iets duidelijker te zijn:

bestand: 7

– ideeën en sentimenten, die de kern van een nieuwe periode zijn. [……..] Als Demeter afkomt – ik ben
– derde. â?˜Ik schrijf van Demeter den derden zang reedsâ?™, heet het in een brief aan Veth van 25
– December ’85, en 17 Juli ’86 schrijft hij: â?˜Ik ben weer bezig aan Demeter en heb daar groote plannen mee
– Demeter. Bij eerste lezing al frappeerde het mij machtig. Dit staat in mijn oogen in zijn geheel veel
– , thans ben ik volledig bekeerd. Als, zooals ik hoor, het tweede deel Demeter nog beter is, wordt het
– (in ‘t geheim) voor Heer v.E. geschilderd heb, en met wie ik toen veel praatte, vond je Demeter ook
bestand: 9
– bundel â?˜Aardeâ?™ – want Demeter is de godin van de aarde, van de vruchten der aarde en van den echt
– : Toen droef, als zij in asfodillen-weiden, Heb ik Demeter in mijn hart gebeden Dat zij mij slaakte uit

Dat ziet er nog wat beroerd uit: ‘-  bundel â?˜Aardeâ?™’ brengt me vreemde associaties met I.L. Pfeijffers gedicht ‘gebruksaanwijzig’ (in: Het glimpen van de welkwiek, met als eerste regel: ‘gelukwens op u aankop van de wonderW™’) en ook ‘ideeën’ is een overbodige, zoekmachinale verhaspeling van een gewoon woord.

Doorklikken vanuit deze resultatenlijst naar de feitelijke vindplaats kan niet via de afzonderlijke citaten, alleen via de kopjes ‘bestand: 7’ en ‘bestand: 9’. Die aanduidingen komen van achter duistere digitale schermen en zijn voor mij als gebruiker van geen enkel nut. Het papieren boek, De jeugd van een dichter (1948) bevat hoofdstukken en bladzijden; die ontbreken hier. Jammer. De genoemde link onder ‘bestand: 7’ leidt naar dit:

Oftewel: naar hoofdstuk vijf, pagina 108-143. In dat bestand kan ik vervolgens niet grasduinen met een DBNL-zoekmiddel. Ik moet kennelijk verder met de zoekfunctie van m’n eigen browser : Ctrl-F + Demeter. Dat nu levert als eerste vindplaats een passage op pagina 123 op, over het literaire genootschap ‘Flanor’:

Ook 10 Februari hield Verwey een lezing: ‘Wat is literaire critiek?’ waarover langdurig debat ontstond. Tenslotte droeg hij 24 November ’85 ‘Demeter’ voor. ‘Met gespannen aandacht volgt de vergadering de lectuur van deze schoone dichtstukken.

Maar dat is niet de eerste vindplaats die de DBNL-zoektocht door het hele document noemde; die staat namelijk op pagina 141, zo bleek me toen ik de gehele tekst nog eens doorzocht, maar nu met de ‘sentimenten’ uit de vindplaats die de lijst noemt:

ideeën en sentimenten, die de kern van een nieuwe periode zijn. [……..] Als Demeter afkomt – ik ben

Maar een bladzijde eerder komt ‘Demeter’ al ter sprake:

En wat het vervolg van ‘Persephone’ betreft, het eveneens epische gedicht ‘Demeter’, Verwey heeft het nooit voltooid.

En dat citaat komt überhaupt niet voor in de zoekresultaten van ‘Demeter’.

Ik begin te vrezen dat ik de geschiedenis van ‘Demeter’ zo niet in beeld krijg. En Uylderts register bevat alleen maar namen van mensen, niet van personages en ook geen titels van literaire werken. En door aanhoudend gesteggel met copyrights is het helaas niet mogelijk het DBNL-bestand van de biografie in PDF-formaat te downloaden en vervolgens te doorzoeken. En we missen nog steeds, maar dat terzijde, die schattige foto’s van onder anderen een 18-jarige Appie en een even oude Kitty (tussen de pagina’s 128 en 129).

Een andere poging; zoeken naar: Fiore della Neve, ook al is dat niet bepaald Verwey’s favoriete collega-dichter. De papieren Uyldert geeft als vindplaatsen de pagina’s 81, 129, 160, 185 en 186. De DBNL-zoektocht met ‘Fiore della Neve’ levert – in 5,338 seconden – dit op:

bestand: 8
–  en zoetelijk orgaan waarin Fiore della Neve bij senstimenteele prentjes onbeduidende versjes schreef
–  Zuidenâ?™, waarmede M.G.L. van Lochem (Fiore della Neve) bij de critici slechts lof had geoogst – dat

bestand: 14
– , 211, 221, 237, 242, 259, 262, 269, 281. Euripides, 68. F Fiore della Neve, 81, 129, 160, 185
– , W.W. van, 116, 117. Loghem, M.G.L. van, 185, (zie ook: Fiore della Neve) Longfellow, H.W., 97. Looy, J

Bestand 14 is niet relevant, want dat is het register van Uyldert, waarin de DBNL geen hyperlinks heeft aangebracht. Bestand 8 is het vierde hoofdstuk, pagina 144-194. De eerste twee vindplaatsen volgens het register van Uyldert, worden dus niet opgedoken. Dat gebeurt alleen als je zoekt met ‘Fiore’. De resultaten zijn te vinden in de bestanden 6, 7 en 8. Even een digitaal zoekweetje! De techniek kan nog zo ver vooruitgaan, het is soms ook de mens die ermee werkt – i.c. ondergetekende – die de beperkingen veroorzaakt.

Nochtans is het mij niet duidelijk hoe ik ‘Demeter’ in haar volle aanwezigheid moet traceren in de biografie van Verwey. Want als ik voor de zekerheid met ‘emete’ zoek, is het resultaat nihil. Er wordt kennelijk alleen gezocht op hele woorden.

Het is dus nog wel even wennen met de nieuwe mogelijkheden. Maar er is weldegelijk een forse stap vooruit gemaakt, al schrijft de redactie schrijft zelf: ‘De nu gepresenteerde vernieuwingen zijn geen eindpunt. We zullen de komende maanden en jaren doorgaan met het verfijnen en verbeteren van de presentatie en de zoekmogelijkheden.’

Wat dat aangaat, hoop ik dat nog een oplossing gevonden wordt voor de oeverloze en qua lay out onoverzichtelijke opsomming van bij voorbeeld de ‘Primaire teksten van Albert Verwey elders in de dbnl’ op de Albert Verwey-hoofdpagina. Alle brieven, opgenomen in tal van afzonderlijke correspondenties die in de DBNL zijn verwerkt, worden daar afzonderlijk opgesomd, compleet met vindplaats. Ik zie door die bomen het bos niet meer, en andersom.

Anderszins verrast zag ik dat yang zonder verder commentaar in de tijdschriftenladder is opgenomen. Volgens mij is dat blad opgeheven, althans opgegaan in, nee: gefuseerd met freespace Nieuwzuid en heet het nu nY. Nog leuker is dat die hyperlink van yang op de ladder leidt naar wel heel vreemde hoogten, namelijk de website van de Boys & Girls Clubs of Cleveland:

Zo’n dwaalspoor is een inherent gevaar van wandelen in cyberspace.

Bottom line. Ik feliciteer de DBNL van harte. Ik vind het een stuk leuker om er doorheen te dwalen. Ik had nog niet eerder de atlas gezien, met overzichten van werken die aan een bepaalde plaats gekoppeld zijn, en met lijsten van auteurs die in één stad of plaats geboren zijn. Zo kom je nog eens ergens. Moedig voorwaarts.

Fabian R.W. Stolk
Universiteit Utrecht
31 januari 2010

Comments are closed.