Fabian Stolk is op zoek naar de ‘echte’ eerste druk van Marsmans Tempel en Kruis. Wie helpt? Zoek, collationeer en zing mee.

Omdat ik collationeren doorgaans maar een eenzame en saaie bezigheid vind, probeer ik mezelf erbij op te beuren met het zingen van een contrafact: ‘Cooooollare, ho ho, cantare, oh ho ho ho’ op de wijze van de Italiaanse inzending voor het Eurovisie Songfestival van het jaar van mijn geboorte, Domenico Modugno’s ‘Volare’. Steeds wanneer ik een punt onderscheid van een komma, een afbreekstreepje van een koppelteken. En het helpt.

Helaas niet afdoende. Maar de slotwoorden van Modugno’s amoureuze canto leveren een wijze raad, die ook van toepassing is op een collatieklus die ik momenteel – tussen de andere bedrijven door – uitvoer. Die slotwoorden waren: ‘con te!’ En inderdaad: ik zou graag de hulp inroepen van vakgenoten en amateurs die in het bezit zijn van een gebonden exemplaar van de eerste druk van:

H. Marsman | Tempel en kruis | [logo] | MCMXL | N.V. Em. Querido’s uitgevers-mij | Amsterdam

Het boek heeft, onder het stofomslag dat er oorspronkelijk om zat, een bruine linnen rug met gouden opdruk; de rest van het buitenwerk is van blauwig papier met bruine opdruk. Verder heeft het boek een zwart en beige gestreept kapitaalbandje. Het binnenwerk is van glad, soepel, egaal papier.

Een volledig exemplaar heeft een wit stofomslag met zwarte opdruk, naar een ontwerp van Fré Cohen; een stofomslag dat me een fraaie typografische verbeelding lijkt van de kamer waar de man uit de vertelling in werkt en die ‘is als een cel’, ‘een ijl vertrek, een absoluut wit nu’.

Op de achterflap van het omslag staat een advertentie voor andere Querido-uitgaven, waaronder Marsmans studie over Herman Gorter. Daaraan valt op dat die een te klein en omhoog geschoven guldenteken heeft bij de prijs van het ingenaaide exemplaar (‘Ingenaaid f 1.90’). Overigens zijn het tweede en vierde guldenteken in diezelfde flaptekst gewone, rechte florijntekens, het eerste, derde en vijfde tot en met achtste hebben een extra krul aan de bovenkant (zoals ook die in de advertentietekst op de voorflap voor Marsmans driedelige Verzameld werk).

Deze materiële kleinigheidjes van het omslag baseer ik op autopsie van maar één exemplaar van die gebonden eerste druk, namelijk dat uit het privébezit van Jos Joosten, hoogleraar te Nijmegen. Mijn eigen exemplaar is helaas stofomslagloos uit het antiquariaat tot mij gekomen. En de Universiteitsbibliotheek Utrecht is één van haar exemplaren van de eerste druk, die ze niet uitleent maar alleen ter inzage aanbiedt bovenin de zwarte kolos op de Uithof,  kwijt. Het andere bleek niet een oorspronkelijk gebonden exemplaar, maar een in een bibliotheekbandje gevat exemplaar van de ingenaaide oplage van de eerste druk (herkenbaar – onder meer – aan het dikkere, zachtere en gevergeerde papier dat een sterkere neiging tot roesten heeft).

En daar komen de problemen pas goed om de hoek kijken. Hoewel de boekjes niet extreem duur zijn, vind ik dat ik de afgelopen tijd wel genoeg heb uitgegeven aan de aanschaf van zowel ingenaaide als gebonden exemplaren van de eerste en de tweede druk (1940) en de derde druk (1941). Een zinloze koopdrift, want er verandert op het eerste gezicht helemaal niets aan het boek. Er lijkt ook geen verschil tussen een ingenaaide en een gebonden versie; het stofomslag om een gebonden exemplaar is hetzelfde als het kaft van een ingenaaid exemplaar (alleen zijn op de flappen van het stofomslag/kaft van de derde druk de prijzen der geadverteerde boeken licht verhoogd). Alle exemplaren die ik nu onder ogen hebben gehad lijken vooral identiek te willen zijn.

Maar er is meer. De gebonden versie van de eerste druk heeft tal van tekstuele en typografische of druktechnische verschillen ten opzichte van de ingenaaide versie. De tweede en derde druk, zowel gebonden als ingenaaid, zijn identiek aan de ingenaaide versie van de eerste druk. Mijn hypothese is dan ook dat de gebonden oplage van de eerste druk de werkelijke eerste druk is, en dat de ingenaaide oplage van wat officieel de eerste druk heet, in werkelijkheid een tweede druk is, gemaakt van ander, althans grondig aangepast en gecorrigeerd zetsel(waar overigens weer nieuwe feilen in zijn geslopen). De officiële tweede en derde druk zijn hoogstwaarschijnlijk oplagen van die door mij veronderstelde werkelijke (niet officiële) tweede druk.

Mijn verzoek aan bezitters van een exemplaar van de gebonden versie van de eerste druk van Marsmans Tempel en kruis is dan ook om zijn/haar exemplaar even te identificeren aan de hand van de hieronder volgende (niet volledige waslijst van) kenmerken van de twee exemplaren die ik inzag, en om mij daarvan op de hoogte te stellen (een exemplaar toezenden voor autopsie kan ook).

Fabian R.W. Stolk

Reacties graag naar
f.r.w.stolk@uu.nl

Zichtexemplaren naar:
Fabian Stolk
Universiteit Utrecht
Departement Nederlands
Trans 10
3512 JK Utrecht

Overzicht kenmerken

Passim
De gedichtnummers en linkslijnende gedichtteksten zijn gecentreerd (waar de overige drukken alleen gecentreerde gedichtnummers hebben)

Pagina 21, regel
1: een vervormde i in afscheid
4: zetfout(?) hij in plaats van zij
10: vervorming van de d in had
11: vervorming van de e van sporen

Pagina 31, regel
23: een mislukte komma op het einde die daardoor op een punt lijkt

Pagina 37, regel
1, 2, 4, 5, 7 en 9: de staart van de g is niet goed doorgekomen
2: een mislukte puntkomma aan het einde die daardoor op een dubbele punt lijkt

Pagina 47, regel
5: mogelijk een zetfout: hartstochtelijk (alle andere exemplaren: hartstochtlijk)
8: beschadiging van de w in lauw
11: beschadiging van de g van gloed

Pagina 48, regel
4: dat al jaren (waar alle andere exemplaren een corrupte tekst hebben: dat als jaren)

Pagina 51 (sowieso slecht gedrukt), regel
2: beschadigde of slecht gedrukte h van het, waardoor er net lijkt te staan
11: er lijkt voor te staan in plaats van vòor (wie het weet en goed kijkt ziet een spoortje van het accentteken)

Pagina 57, regel
3: dien avondval (waar alle andere exemplaren hebben: den avondval)

Pagina 61, regel
18: beschadiging tweede o van ooit

Pagina 65, regel
12: ferme zetfout: verkracht (i.p.v. veerkracht)
16: men (in plaats van mij zoals in alle andere exemplaren)

Pagina 67, regel
15: schaduwen (waar de andere exemplaren schaduw hebben; incongruentie met wierp r. 16)

Pagina 69
het paginanummer is van een ander corps (namelijk zoals in de inhoudsopgave)

Pagina 83-85
Achter ieder gedichtnummer een punt en grotere zetbreedte dan in overige exemplaren
Gedicht XV staat op pagina 83 vermeld (in alle andere exemplaren op p. 84) en navenante verschuivingen in de opmaak ten gevolge van de andere zetbreedte)

Pagina 84
Het paginanummer bij gedicht XVII is: 34 (waar de overige exemplaren – ten onrechte – nummer 33 hebben).