De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag gaat samenwerken met het Britse bedrijf ProQuest om 50.000 oude drukken te digitaliseren. Geheel ‘gratis toegankelijk’ wordt de collectie daarmee echter niet.

Na de Deense Koninklijke Bibliotheek in Kopenhagen en Biblioteca Nazionale Centrale di Firenze in Italië is de KB de derde belangrijke nationale bibliotheek in Europa die deelneemt aan het EarlyEuropean Books project van ProQuest.

ProQuest gaat het grootste deel van de Bijzondere Collecties van de KB digitaliseren. Tot deze collectie behoren het eerste in het Nederlands gedrukte boek (de Delfse bijbel) en geïllustreerde blokboeken uit de jaren zestig en zeventig van de vijftiende eeuw. Andere topstukken zijn boeken en boekbanden van de fameuze zestiende-eeuwse drukker Christoffel Plantijn (o.a. de Polyglot Bijbel) en de Elzeviers (o.a. contemporaine werken van René Descartes en Galileo Galilei) en de prachtige atlassen van Gerardus Mercator (1512-94), Abraham Ortelius (1527-1598) en Joan Blaeu (1596-1673).

De overeenkomst biedt unieke kansen ‘ter bevordering van verder wetenschappelijk onderzoek naar de vroegmoderne boekdrukkunst,’  aldus de directeur van de KB, Bas Savenije. Toch hadden die kansen nog wat unieker kunnen zijn.

Verderop in het gezamenlijke persbericht  valt onder de (ietwat misleidende) kop ‘Gehele rechtenvrije collectie online’ namelijk te lezen (onze cursivering):  ‘Net als bij de overeenkomsten met de Deense en Italiaanse nationale bibliotheken, stelt ProQuest het materiaal gratis toegankelijk in het land dat hieraan deelneemt.’

Is het sluiten van de landsgrenzen – qua open access – niet een merkwaardige beperking voor een onderneming die zich tooit met een Europese naam?

Bron: Persbericht Koninklijke Bibliotheek, Den Haag

Comments are closed.