Mei 2011: Jan Gielkens staat stil bij oorlogsmonumenten. Liever ‘een mooi doorleefd talig voorwerp’ dan drie bronzen soldaten.

Het ‘manuscript’ van de maand mei is een epigraaf: een inscriptie in steen. Een van de 58.267 in gabbro gebeitelde namen op het Vietnam Veterans Memorial in Washington D.C. is die van Jessie C. Alba. Hij staat vrij eenzaam helemaal aan de rechterkant van de vijfenzeventig meter lange geknikte muur met de namen van dode en vermiste Amerikaanse militairen. De muur is vijfenzeventig meter lang, in het midden drie meter hoog en taps toelopend tot twintig centimeter. En helemaal op het eind staat dus Jessie C. Alba. Op http://thewall-usa.com is te vinden dat Jessie Charles Alba afkomstig was uit Port Lavaca in Texas, dat hij rooms-katholiek was, en dat hij op 25 mei 1968 sneuvelde in Thua Thien in Zuid-Vietnam. Boven zijn naam staat, vermoedelijk niet echt zo bedoeld, nog een ander subtiel monumentje: je kunt gesneuvelde soldaten dus ook eer bewijzen door niet op het gras te lopen.

Er wordt veel herdacht in Washington D.C., en zeker aan dit westelijke uiteinde van de National Mall, waar de obelisk van het Washington Monument tegenover de tempel van het Lincoln Memorial staat. Daartussenin de ‘Reflecting Pool’, maar er valt nu, in maart 2011 (de wereld begint net Libië te bombarderen), weinig te reflecteren: de plas is in onderhoud, het enige water erin is van een paar regenbuien. Tegenover het Vietnam Veterans Memorial staat een ander soort monument naar de stenen muur te kijken: een met drie bronzen soldaten.

Mij doet dit soort monumenten persoonlijk niets. Een deel van de beschrijving van het monument op de Engelstalige Wikipedia geeft mij daarvoor een argument: ‘Of the three fighting men, the lead figure (in the middle) represents a Marine, as he wears a Type M-1955 body armor vest, which was worn exclusively by Marines in Vietnam. He is armed only with a Colt M1911A1 .45 caliber automatic pistol, which is carried in a Government Issue (GI) leather holster, on the right hip. The holster is attached to an M-1956 GI pistol belt, and a small GI pistol magazine pouch is carried on the belt’s left front. The M-1911A1 .45 caliber pistol was used by Marine enlisted, NCO, and officer ranks, so its depiction is consistent with a Marine of any rank.’ Enzovoort.

Mijn argument is: er zit wat mij betreft veel te veel oorlog en dader in dit monument, en veel te weinig vrede en slachtoffer. Een oorlogsmonument werkt voor mijn beter als het de massaliteit en de absurditeit turvend demonstreert en op de een of andere manier talig is. Het Vietnam Veterans Memorial is zo’n turvend en talig monument, net als de Menenpoort in Ieper met haar 54.900 gebeitelde namen van Britse soldaten, de muren in de Pinkassynagoge in Praag met 78.000 namen van Joodse slachtoffers, de strakke rijen houten kruizen met namen van gesneuvelde soldaten in Margraten, de 101.414 namen van vermoorde Joden in het In Memoriam-boek, de digitale muur van www.joodsmonument.nl.

In Washington ligt, naast het Vietnam Veterans Memorial, ook zo’n indrukwekkend talig monument: een boek met de namen die in de muur zijn gebeiteld. Het ligt op een lezenaar die is afgedekt met een glazen omhulsel. Dat omhulsel is aan één kant open, zodat je in het boek kunt bladeren en, bijvoorbeeld, een familielid opzoeken. Omdat er zo veel in wordt gebladerd en omdat wind en vocht vrij spel hebben ontstaat er een mooi doorleefd talig voorwerp, dat mij, hoewel er geen familielid op de muur staat, op een willekeurige, wat sombere zondagnamiddag in maart onmiddellijk twee minuten stil laat zijn.

Jan Gielkens

Comments are closed.